Nadat de hulpvraag besproken is, gaan (ouder(s) van de) cliënt en therapeut met elkaar in gesprek over meerdere onderwerpen. Hoe is de hulpvrager geboren? Waren er bijzonderheden tijdens de zwangerschap? Het medisch verleden wordt doorgenomen. De ontwikkeling. Het (schoolse / als werknemer) functioneren. Voeding en eetlust.
Zo nodig worden er wat testen afgenomen. Op deze manier wordt er een beeld gevormd m.b.t. het ontwikkelen van het spijsverteringsstelsel, zenuwstelsel, hart-en vaatstelsel, hormoonstelsel en vele andere functies in het lichaam.
De BSM therapeute is in staat uit alle antwoorden het beginpunt aan te wijzen van de problemen die ten grondslag liggen aan de individuele hulpvraag. Het betreft dus maatwerk. Zij is ook in staat om naar aanleiding van het besprokene conclusies te trekken m.b.t. de frequentie van de oefeningen die geadviseerd worden. Door regelmatig met elkaar in contact te gaan over de bemerkte veranderingen, kan het oefenschema aangepast worden aan de nieuwe situatie. Zo komen we gezamenlijk stap voor stap richting de gewenste situatie.